Lid worden van Vf? Meld je nu aan

LID WORDEN

Advertentie

MIC: Fondsenwerving met het bereik van social media en het gemak van een betaalverzoekje

Opinie: 'Kloof tussen politiek en goede doelen was nooit eerder zo groot'

Opinie: 'Kloof tussen politiek en goede doelen was nooit eerder zo groot'

Opinie

25 januari 2021

Abusievelijk is dit stuk eerder als commentaar geplaatst. Dit moet echter opinie zijn.

Als het plenaire debat over het wetsvoorstel van staatssecretaris Mona Keijzer (CDA) één ding duidelijk heeft gemaakt, is het dat de kloof tussen de politiek en de goededoelensector enorm is geworden. Het wetsvoorstel ging over veel meer dan over telefonische benadering door goede doelen, maar natuurlijk was dat wel een belangrijk onderdeel. Ook al omdat vanwege het belang van de goede doelen een amendement was ingediend. Het verloop en de uitkomst van het debat was bij vlagen bizar te noemen. 

Den Haag.jpg

door Jeroen Hogenhout

De aanwezige Kamerleden, overigens op de vingers van twee handen te tellen, bleken op geen enkele manier van zins om het de staatssecretaris moeilijk te maken. Erger nog was het volledige gebrek aan inhoudelijke kennis en interesse voor het onderwerp. Men bleef hangen in statements als: ‘ik word ook wel eens gebeld tijdens het eten en dat vind ik ook irritant. Goed dus dat er wat aan gedaan wordt.’ Mona Keijzer verwarde phishing met telemarketing, en Kamerlid Dion Graus (PVV) maakte het helemaal bont. Hij was serieus toen hij voorstelde dat alle goede doelen in plaats van dat bellen voortaan maar heel erge TV-spots moesten uitzenden om het belang van hun werk aan het publiek te tonen. ‘Dan stroomt het geld binnen’ stelde hij zonder blikken of blozen. Het behoeft denk ik geen betoog hoe ver dat voorstel verwijderd is van de realiteit. Staatssecretaris Keijzer vond het overigens wel een goede suggestie, zoals ze later in het debat meldde.

Dat was dus het niveau. En als sector weet je dan gelijk waar je staat. Geen woord over het feit dat het gaat om gemiddeld 1 telefoontje per jaar per huishouden tegenover ongeveer het tienvoudige door bedrijven. Geen woord over het onderzoek van Zest Marketing dat liet zien dat de mening van het publiek over telefonische fondsenwerving heel anders is dan Keijzer stelt. Geen woord over de gevolgen van dit wetsvoorstel voor het werk van goede doelen. En geen woord over de waarde van een sterk maatschappelijk middenveld, waar de overheid zoveel waarde aan zegt te hechten. Verder ook geen onderbouwingen, geen cijfers, geen bedragen, niets. Zelfs na bijna 2,5 jaar voorbereiding werden in dit debat bedrijven en goede doelen over één kam geschoren. Telefoontjes zijn irritant, goede doelen plegen telefoontjes en dus moeten ook die gestopt worden. De desinteresse voor de sector was voelbaar.

Het genoemde amendement was van Kamerlid Hilde Palland (CDA), met ondersteuning van Laura Bromet (GroenLinks). Het amendement was door Palland ingediend met als motivatie: ‘Goede doelen zijn van groot maatschappelijk belang. Voor hun inkomsten zijn zij in hoge mate afhankelijk van telefonische werving van fondsen en vrijwilligers. Het voorgestelde opt-in systeem beperkt goede doelen in hun mogelijkheden om potentiële donateurs en vrijwilligers te bereiken.’

De formulering van dat amendement is echter zodanig dat het voor goede doelen nauwelijks zoden aan de dijk zet. Tijdens het debat werd duidelijk dat de wet zonder problemen zal worden aangenomen. Als het amendement niet wordt weggestemd mogen goede doelen straks nog op vier gronden bellen:

  • als er expliciete toestemming is (opt-in)
  • als er een financiële relatie is
  • als een persoon vrijwilliger is (ook collectanten)
  • als een persoon deelnemer is aan een manifestatie

De eerste twee stonden al in het wetsvoorstel (waarbij overigens ook al wordt getornd aan de termijn waarbinnen iemand een financiële relatie is). De verruiming die Palland voorstelde betekent dus dat vrijwilligers en manifestatiebezoekers toch nog gebeld mogen worden. Over het laatste stelde Kamerlid Arne Weverling (VVD) een ter zake doende vraag, de enige inhoudelijke over het amendement: ‘hoe kan een goed doel een manifestatiebezoeker dan bellen? Hun gegevens zijn dan toch niet zomaar bekend?’ Het antwoord van Palland was: ‘je kunt iemand daar toch vragen of hij gebeld wil worden?’ Dat is nota bene de definitie van een opt-in! Dat er eventueel een verruiming wordt gemaakt in de vorm van manifestatiebezoekers is daarmee van nul en generlei waarde.

Er mag en zal gebeld worden om mensen te vragen vrijwilliger of collectant te blijven. Maar het telefonisch werven van fondsen, waarvan Palland zelf stelde hoe belangrijk dat is voor goede doelen, zal worden beperkt. Wat het amendement verder nog mogelijk maakt is om vrijwilligers te bellen met de vraag om financiële steun. Maar dat werkt (uiteraard) irritatie in de hand want ze dienen dat fonds al bewust als vrijwilliger. En was het voorstel van Keijzer nou niet net bedoeld om die irritatie tegen te gaan?

Dat was het voor wat betreft de inhoud van het amendement tijdens het debat. Er werd door meerdere Kamerleden gesteld dat ze het eens waren met het amendement omdat ‘het goede werk van goede doelen voortgezet moet kunnen worden’. Alsof het amendement dat mogelijk maakt.

In de contacten die ik in aanloop naar het debat met Palland had, kwamen overigens meer verrassende zaken aan de orde. Nadat ik haar erop had gewezen dat de formulering van haar amendement de goede doelen nou niet echt zou sparen, vroeg zij mij een alternatieve formulering op te stellen. Samen met Alexander Singewald, als jurist met het specialisme marketing een autoriteit op dit vakgebied, heb ik daaraan gehoor gegeven. Met onze formulering (zie het kader hieronder) was het een logisch, begrijpelijk en handhaafbaar amendement. De initiatiefnemer van het contact was in onze formulering bepalend of telefonische benadering zou zijn toegestaan. Was het goede doel de initiatiefnemer, zou de benadering niet zijn toegestaan. Was de ‘eindgebruiker’ oftewel de consument aantoonbaar de initiatiefnemer, zou de benadering wel zijn toegestaan. Palland wees het desondanks af. De reden? Ik citeer de mail die beleidsmedewerker Van Welij mij namens haar stuurde: ‘Charitatieve en ideële organisaties krijgen op deze manier veel meer mogelijkheden dan commerciële organisaties (…) om telemarketing toe te passen.’ Een verbijsterende reactie. Want precies de door Keijzer voorgestelde beperking van de mogelijkheden voor goede doelen om potentiële donateurs te bereiken, had zij als motief opgegeven om het amendement in te dienen. Maar puntje bij paaltje bleek het dus niet de bedoeling dat goede doelen ruimere wervingsmogelijkheden zouden krijgen dan bedrijven.

Alternatieve formulering amandement

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: 


In artikel I, onderdeel C, komt het voorgestelde artikel 11.7, vijfde lid, te luiden:

5. Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op:

a. contactgegevens die ideële of charitatieve organisaties hebben verkregen in het kader van een schenking aan die ideële of charitatieve organisatie; 

of

b. voor zover sprake is van gebruikmaking van andere dan de in het eerste lid bedoelde middelen, op contactgegevens die ideële of charitatieve organisaties van de eindgebruiker hebben verkregen in het kader van EEN AANTOONBAAR CONTACT, DOOR DE EINDGEBRUIKER, MET DE IDEELE OF CHARITATIEVE ORGANISATIE. 

 

Als toelichting zou je dan het lijstje hieronder kunnen opnemen, mits de eindgebruiker zelf het telefoonnummer heeft bekendgemaakt aan het goede doel.


1⁰. vrijwilligerswerk bij die organisatie;

2⁰. het bijwonen van manifestaties van die organisatie;

3. het aanvragen van informatie bij de die organisatie;

4. het downloaden van informatie bij die organisatie;

5. het tekenen van petities ter ondersteuning van het werk van die organisatie 

Een andere verrassing was dat Palland onze formulering ‘met EZK’ had besproken. Waar de taak van de Tweede Kamer is om de regering te controleren en te corrigeren, heeft Palland het ministerie van haar partijgenoot en zittend kabinetslid gevraagd wat men van deze formulering vond. EZK had er bezwaar tegen en dus werd de formulering door Palland afgewezen, zo schreef Van Welij mij namens haar. Zo werkt de politiek anno 2020.

De conclusie na het volgen van het debat kan dan ook niet anders zijn, dan dat het eigenlijk helemaal geen debat was. Staatssecretaris Keijzer heeft het deel van haar plan dat de goede doelen schaadt niet hoeven verdedigen. Zij kreeg alleen tegengas van een partijgenoot die een alternatieve formulering waar de sector echt iets aan had gehad, afwees omdat Keijzers ministerie bezwaar maakte. De staatssecretaris laat het amendement dan ook met een gerust hart aan de Kamer ter stemming. Of het wel of niet wordt aangenomen zal haar niet deren. Haar doelstelling met de wet wordt toch wel bereikt.

Onbegrijpelijk is ook dat Goede Doelen Nederland het amendement heeft opgevoerd als een succes. Zij hebben meegewerkt aan de formulering ervan. Het probleem is alleen dat de schade voor de sector die GDN vertegenwoordigt groot zal zijn, en dat het amendement daar nauwelijks iets tegen doet. In de komende jaren zal bovendien blijken dat de problemen die Keijzer wil oplossen, niet opgelost zullen worden. Volgens de wet Keijzer bestaat straks het Bel-Me-Niet-Register niet meer. Dat kan bedrijven, waarvan we weten hoe creatief die altijd zijn geweest in het creëren van legale mogelijkheden om mensen te kunnen benaderen, nog wel eens op ideeën brengen. Net zoals in de periode na invoering van het Bel-Me-Niet-Register. Dat belooft dus nog wat voor de toekomst.

Tegelijkertijd hebben we kunnen vaststellen hoe de goede doelensector er in Den Haag op staat. Er lijkt nauwelijks enig besef van wat de sector voor Nederland betekent, hoe de sector functioneert of wat de gevolgen zijn van beperkende regelgeving. Goede doelen lijken voor de politiek een voetnoot te zijn geworden in onze samenleving. Als we de enorme afstand tussen politiek en goede doelen willen overbruggen, zijn flinke herstelwerkzaamheden nodig. Er ligt een grote uitdaging voor de sector en zijn vertegenwoordigers.

Jeroen Hogenhout, 22 januari 2021

Laatste update: 27 januari 2021

In een eerdere versie van dit stuk was de e-mailcommunicatie met Van Welij gepubliceerd. Na heroverweging is deze nu weggelaten.

Meer over Jeroen Hogenhout Telefonische fondsenwerving Goede Doelen Mona Keijzer Den Haag Politiek Telecomwet Hilde Palland Arne Weverling Laura Bromet

Jeroen Hogenhout

Gastauteur

Jeroen Hogenhout is expert op het gebied van duurzame donateurscommunicatie. Vanuit zijn bedrijf Hogenhout Fundraising Support is hij sinds 2010 actief als onafhankelijk adviseur voor wervende non-profits.

Wekelijksenieuwsbrief

Vond je dit een goed verhaal? Wil je meer van dit soort artikelen automatisch in je mailbox? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief 👇

Close