In dit nummer
-
Erkenning
Begin jaren negentig kwam Chiel Wester, toen directeur CBF, naar me toe. Ik had net het Genootschap van Fondsenwervers opgericht en meegeholpen met de oprichting van wat nu Goede Doelen Nederland is. Het CBF ging zijn subsidie kwijtraken en zocht naar een nieuwe bron van inkomsten. Nu waren er in die tijd diverse grote, vooral Amerikaanse goede doelen die een Nederlandse vestiging oprichtten. Die werkten zo dat het publiek zelden verschil zag met de Nederlandse goede doelen, die op hetzelfde terrein opereerden. Look-a-likes werden die nieuwkomers genoemd en dat was niet vriendelijk bedoeld. -
Vertrouwen als basis voor het toezicht op de filantropie
Bij zijn afscheid als interim-directeur van het CBF, op 1 maart 2016, hield Dedan Schmidt een bevlogen speech, die blijk gaf van vertrouwen in het vermogen van de fondsenwervingssector om zichzelf op orde te houden. -
Peer-to-peer fondsenwerving steeds succesvoller
Peer-to-peer fondsenwerving zit in de lift. Dat blijkt uit de jaarlijkse studie van PeerWorks Consulting. Waar sommige, meer traditionele vormen van fondsenwerving wereldwijd onder druk staan, wordt peer-to-peer fondsenwerving steeds succesvoller. -
Er waait een nieuwe wind door het CBF
Met de recente berichtgeving over de nieuwe erkenningsregeling lijkt er een nieuwe wind door het CBF te waaien. Nu Roline de Wilde is aangetreden als directeur zou je bijna zeggen: een nieuwe lente en een nieuw geluid. Dat mag ook wel, want het CBF was nou niet bepaald de meest populaire instelling in de filantropische sector.