Lachen is gezond. Toch? Het vermindert stress, bevordert sociale contacten, verbetert de bloedsomloop, stimuleert creatief denken, verlicht pijn en verdriet, versterkt het immuunsysteem...
Moet ik doorgaan?

Niet zo gek dat commerciële reclame wordt gedomineerd door mensen die zielsgelukkig worden van hun traplift, antiroosshampoo of hamsterweken. Maar voor goede doelen is blijheid minder vanzelfsprekend en dat begrijp ik. Ze zijn opgericht om problemen op te lossen. Om leed te verzachten en onrecht te bestrijden. Niet om ons aan het lachen te maken!
Positieve snaar
Maar valt er dan helemaal niks te lachen in non-profit land? Dat valt gelukkig mee. Blijheid kan wel degelijk activeren om goed te doen. Voordeel is dat je minder lamgeslagen wordt door de ernst van de situatie. Ook kan humor zorgen dat een campagne in je hoofd blijft zitten. Dat je anderen erover vertelt en met een prettig gevoel aan juist dat goede doel of die campagne blijft denken.
Voor je het weet wordt doneren een feest - wat een aantrekkelijke propositie!
Dat brengt mij bij een oeroude en nooit opgeloste discussie: om wiens geluk gaat het eigenlijk bij een donatie? Wil je een ander helpen of wil je jezelf helpen? Ik heb genoeg geloof in de mensheid om te denken dat we anderen willen helpen. Maar hoe beter een donateur zich daarbij voelt, hoe groter de kans dat hij vaker wil helpen. Of dat voortkomt uit eigenbelang of altruïsme is niet meer dan een belangrijke bijzaak.
‘Empathie-altruïsme hypothese'
Sociaal psycholoog Daniel Batson onderscheidt twee soorten reacties bij het zien van een mens in nood.
- Je voelt je rot. Je doneert dan om je beter te voelen en dat is een egoïstisch motief
- Je voelt compassie. Je doneert om anderen te helpen en dat is een altruïstisch motief
Nu vinden we het over het algemeen nobeler om te helpen zonder eigenbelang. Maar onderzoek van psycholoog Rick Snyder toont aan dat doneren vanuit een egoïstisch motief vaak een langduriger karakter heeft.
Nalaten aan Greenpeace
Nalaten is een beetje een ongemakkelijk onderwerp en misschien wel het laatste waar je humor verwacht. Wat we bij nalaten feitelijk bedoelen is: ‘mogen wij je geld hebben als je dood gaat?’ Maar dat kun je zo niet zeggen dus kiezen we onze woorden zorgvuldig en serieus.
Greenpeace Australia gooide het in de jaren negentig over een heel andere boeg en schreef daarmee geschiedenis. Ze speelden slim in op de (niet alleen boeddhistische) overtuiging dat er na dit leven een volgend leven zou zijn. En dat koppelden ze op ludieke wijze aan milieubescherming. Resultaat: de dood is minder zwaar, de natuur een goede vriend en de toekomst iets om naar uit te kijken.
Ik denk dat zelfs de Dalai Lama erom zou kunnen glimlachen!
Prostaat check
Waar de Greenpeace advertentie is geboren uit een vrolijk en spontaan idee, is de campagne van Prost8 juist het resultaat van serieus onderzoek en insights. Feit: prostaatkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen. Feit: uit schaamte of angst laat slechts twintig procent van de mannen in het Verenigd Koninkrijk zich rectaal controleren. Feit: er is een nieuwe check, waarbij alleen wat bloed wordt afgenomen via je arm.
Dat laatste is natuurlijk goed nieuws. Maar vóór Prost8 dit met de wereld deelt, jagen ze alle bange mannen nog even lekker op de kast met een close-up van een stel harige billen - dat zal ons leren! Pas bij nader inzien blijkt het een foto van de elleboogholte te zijn.
Prost8 maakt hier handig gebruik van het Von Restorff-effect. Daarbij letten we vooral op dingen die afwijken van de norm. En een billboard in de Londense metro van een gigantische ‘bilspleet’ wijkt zeker af! Door in te spelen op de wijdverspreide misvatting van mannen, verandert angst in opluchting en denken we ineens vol plezier aan ons prostaatonderzoek.
Uitdagende humor
Ook bij KNCV Tuberculosefonds speelt het Von Restorff-effect een rol. ‘Iedereen kan de tering krijgen’ is geen boodschap die je vaak op je afgevuurd krijgt. Het wordt meestal als milde verwensing gebruikt en dat zorgt voor een ludieke toon. Deze openingszin stelt KNCV in staat om daarna te vertellen dat tering een ander woord is voor tuberculose. Dat het de meest dodelijke infectieziekte ter wereld is. En dat iedereen het kan krijgen. Zo wordt humor de ideale voorzet om een serieus onderwerp in te koppen.
Tot slot een campagne waar ik ook met trots aan terugdenk. Het is een eerbetoon aan alle speciale mensen, gevat in een vraag waar iedereen volmondig ‘ja’ op wil antwoorden: ‘Ben jij niet bijzonder dan?’ HandicapNL draait met deze boodschap alles om. Het gewone is voortaan saai, het ongewone juist interessant: ‘Ieder mens is bijzonder, niet door zijn handicap maar door zijn talenten.’
Ja, daar word ik blij van.
Dit was de laatste aflevering van een reeks artikelen over het gebruik van emoties bij activatie en fondsenwerving. Je kunt alles teruglezen op fondsenwerving.nl én je kunt mij een bericht sturen via jeroentalens@happyhorizon.com als je het leuk vond. Van beide word ik blij!
--
Dit artikel stond eerder in Vakblad fondsenwerving, jaargang 27, nummer 2, dat in mei 2025 verscheen.