In Rafah, in Zuid-Gaza, runt het Rode Kruis ondertussen een jaar een veldziekenhuis opgebouwd uit tenten. Dat was nodig toen het ziekenhuis de diensten moest staken. In een jaar tijd waren er meer dan 80.000 patiënten, maar het Rode Kruis vreest nu voor het voortbestaan van de hulpverlening. ‘Als de grenzen dicht blijven, raken medische hulpgoederen helemaal op. Hoe kan het veldziekenhuis dan nog levensreddende hulp verlenen?’, schrijft de organisatie in een persbericht.

In het ziekenhuis worden 2.000 patiënten per week behandeld. Veel mensen komen binnen met brandwonden, of er zitten scherven van explosieven in hun lichaam. 37 procent van de patiënten is jonger dan achttien jaar.
Hulpgoederen worden al geruime tijd aan de grens van Gaza tegengehouden. Artsen worden gedwongen om medische materialen te hergebruiken, of spullen te gebruiken die over de datum zijn. Daarbij is de riolering verwoest, hebben ambulances geen brandstof en is er een uitbraak van schurft.
Derk Segaar, hoofd Internationale Hulp van het Rode Kruis, benadrukt de ernst van de situatie en de noodzaak van een goed opererend veldziekenhuis. ‘Nog elke dag voeren artsen amputaties uit en behandelen zij ernstige oorlogswonden. Van baby’s van een paar maanden oud tot ouderen, van urenlange operaties tot kleinere ingrepen. Er zijn levens gered. We willen deze zorg blijven verlenen, maar de vraag is hoelang dat nog kan. (…) De grenzen moeten nú open, zodat het Rode Kruis kan doen waar ze voor is: mensenlevens redden.