Toen ik nog op de lagere school zat, vroeg een klasgenootje mij: hoe lang is een Chinees? Jarenlang heb ik mijn hoofd gebroken over deze krankzinnige vraag. Hoe kon ik dat nou weten?
Toen ik nog op de lagere school zat, vroeg een klasgenootje mij: hoe lang is een Chinees? Jarenlang heb ik mijn hoofd gebroken over deze krankzinnige vraag. Hoe kon ik dat nou weten? Hoe kon überhaupt iemand zoiets weten? Ik schatte in dat ze vrij klein waren. Maar het waren er zo veel dat alleen het tellen al een opgave was – laat staan het meten!
Inmiddels weet ik hoe lang een Chinees is. Ik zocht vorige week op Google en binnen een minuut had ik antwoord. Wil je het weten? Een Chinese man meet in de stad 1.70 meter (op het platteland is hij 1.66 meter) en een vrouw 1.58 meter (een centimeter kleiner buiten de stad).
Zo’n antwoord leidt bij mij direct tot nieuwe vragen. Want hoe lang is dan een Nederlander? Het zal je niet verbazen dat hij een stuk langer is dan een Chinees: een man meet 1.84 meter en een vrouw 1.71 meter. Wil je ook nog weten hoe lang die Nederlander onder de douche staat? Bingo: 9 minuten per keer. Hoe lang hij in de file staat? 39 uur per jaar.
Zelfs als je wilt weten hoe lang de Nederlander seks heeft, krijg je gedetailleerd antwoord (5 minuten en 4 seconden - en steeds minder naarmate hij ouder wordt). Internet lijkt echt een oneindige bron van data. Maar schijn bedriegt...
Maar donateurs?
Zo gauw je het woord ‘donateur’ intypt, stokt de informatie namelijk. Kijk, dat niemand weet hoe lang een donateur is, begrijp ik. Maar waarom lees ik bijvoorbeeld nergens hoe oud een donateur is? Ook als je het antwoord op die - nogal relevante - vraag zoekt, word je niets wijzer.
Dat is gek, want in vrijwel elke briefing van elke opdrachtgever lees ik dat de achterban 55-plus is. Volgens mij weten goede doelen dondersgoed wie hun donateur is. Maar het lijkt erop dat ze die informatie liever voor zichzelf houden.
Is dat logisch? Wél als je een donateur beschouwt als een persoon die een bepaalde hoeveelheid geld beschikbaar heeft en loopt te wikken en te wegen wie zijn gift nu weer krijgt. Dan is het ieder voor zich. Want waarom zou je de concurrentie wijzer maken?
Maar je kunt natuurlijk ook anders kijken naar andere goede doelen. Bijvoorbeeld als geestverwanten. Als mensen die uiteindelijk allemaal hetzelfde doel dienen – zorgen dat we de wereld een beetje mooier maken!
Zo bekeken zou het de moeite waard zijn om je kennis juist te delen. En niet alleen omdat je dan transparant bent en transparantie in de mode is. Maar gewoon, omdat je samen sterker staat en iedereen profiteert van zo’n uitwisseling van informatie.
En ook omdat ik dan misschien antwoord krijg op een brandende vraag:
hoe lang is een donateur?
Bron: Vf, jaargang 19, nummer 8