In vluchtelingenkamp Al-Hol in Syrië is afgelopen maand een medewerker van Artsen Zonder Grenzen (Médecins Sans Frontières) om het leven gebracht. Het gaat om een Syrische vrouw. Ze werd op een vrije dag in haar tent gedood. De medische hulporganisatie doet onderzoek naar de toedracht van haar dood, en geeft aan de familie van de overleden vrouw te ondersteunen.
De veiligheid in het kamp is al twee jaar onacceptabel, vindt Artsen Zonder Grenzen. Dit jaar is de situatie alleen maar erger geworden. Sinds januari zijn er meer dan dertig mensen overleden door geweld met wapens en messen, omdat ze per ongeluk geraakt worden door rondvliegende kogels of als gevolg van een ongeluk dat te voorkomen was. Drie dagen na de dood van de AZG-medewerker bijvoorbeeld, toen er brand ontstond nadat een verwarming die op diesel stookte omviel. De vlammen verspreidden zich snel naar nabijgelegen tenten. Het incident had fatale gevolgen voor ten minste zeven mensen, onder wie een kind van een AZG-medewerker. Nog eens drie AZG-medewerkers raakten gewond.
Als gevolg van de verslechterende veiligheidssituatie in Al-Hol schort AZG haar werkzaamheden tijdelijk op. ‘De autoriteiten hebben de verantwoordelijkheid om mensen te allen tijde veiligheid te bieden,’ zegt noodmanager Will Turner. Twee op de drie mensen in het kamp zijn kinderen. ‘Dit is geen veilige omgeving en zeker geen geschikte plek voor kinderen om in op te groeien. Deze nachtmerrie moet stoppen.’
Artsen zonder Grenzen roept de internationale gemeenschap en de landen met burgers in het vluchtelingenkamp (o.a. Nederland) op om verantwoordelijkheid te nemen en te werken aan lange termijn oplossingen.